‘Warmte en zonlicht horen bij druiven als Zwarte Piet bij Sinterklaas,’ publiceerde Trouw op 6 november 1999. Over Sint en Piet zal ik nog even niet beginnen, daar krijgen we na de zomer weer ruimschoots de gelegenheid voor. Maar die druif.
Op maandag 24 augustus is het zover, de eerste lesdag van de Vinologenopleiding. Niet in het klaslokaal, maar ‘op locatie’. In Wijngaard Wageningse Berg ontvangen we het lesmateriaal voor het komende jaar en krijgen we een gastcollege van Jan Oude Voshaar, wijnboer en in 1998 oprichter van deze eerste Nederlandse wijngaard met EKO keurmerk.
Wijn in Nederland, boven de rivieren. Dat kan blijkbaar. Zelfs zonder klimaatveranderingen, druiven in Westlandse kassen, of terrasverwarmers. Op zoek naar druivenrassen die weerbaar zijn tegen meeldauw – een schimmel die eruitziet als cocaïne en dol is op nat en koud weer – werden wilde Amerikaanse ‘resistente’ rassen gekruist met klassieke Europese ‘lekkere’ rassen. Inmiddels twintig jaar geleden, maakte de wereld kennis met regent, solaris en johanniter, om er een paar te noemen. Geen drug verdwijnt zonder bijwerkingen, leuke in dit geval. De nieuwe rassen worden twee tot drie weken eerder rijp, en daarmee is de grens waaronder wijnbouw mogelijk is verschoven tot boven de Nederlandse Waddeneilanden.
Maar nu het ecologische deel. Een wijnboer spuit tien tot twaalf keer per jaar tegen schimmels als meeldauw. De reguliere boer maakt zich nergens druk om, en verspreidt zonder blikken of blozen chemicaliën over de gaard. De biologische wijnboer maakt zich ergens druk om, maar spuit eveneens tien keer per jaar. Geen chemicaliën, maar zwavel en koper, noodzakelijk en dus toegestaan in de biologische wijnbouw. De nieuwe rassen maken spuiten tegen schimmels overbodig, en daarmee ecologische wijnbouw mogelijk. In Nederland in elk geval, in conservatief Frankrijk zijn de nieuwe rassen namelijk niet toegestaan.
Jan Oude Voshaar volgde wijnbouwcursussen in met name Duitsland, is als docent druiventeelt verbonden aan de Universiteit Wageningen en vinificeert en adviseert in opdracht. Tijdens de teelt gaat hij steeds een stapje verder. Zo gooide hij ook insecticide de deur uit. Jaarlijks trakteert hij de gaard op een mix van ruim dertig verschillende bloemen. De bloemenzee trekt insecten aan, precies de juiste om de schadelijke te verjagen. Als het meezit sluit hij zijn gastcollege net zo welig af, met ‘iets nats’ welteverstaan.
Die rode regent bijvoorbeeld, zou nog weleens een rol van betekenis kunnen spelen. Leuk tenslotte zo’n eerste les, een interessante spreker, en het lesmateriaal. Maar de dag staat met name in het teken van de eerste indruk. De kennismaking met medestudenten. En het vormen van proefclubs. De Wijnacademie heeft ons een handje geholpen, het studentnummer is verbonden aan je postcode. En die postcode bepaalt de indeling in groepen. B in mijn geval. Dat betekent dat mijn nieuwe wijnvriend of vriendin niet helemaal aan de andere kant van Nederland woont. We delen alvast een interesse, en met een beetje geluk delen we die op de Wageningse Berg rijkelijk.
Op maandag 24 augustus is het zover, de eerste lesdag van de Vinologenopleiding. Niet in het klaslokaal, maar ‘op locatie’. In Wijngaard Wageningse Berg ontvangen we het lesmateriaal voor het komende jaar en krijgen we een gastcollege van Jan Oude Voshaar, wijnboer en in 1998 oprichter van deze eerste Nederlandse wijngaard met EKO keurmerk.
Wijn in Nederland, boven de rivieren. Dat kan blijkbaar. Zelfs zonder klimaatveranderingen, druiven in Westlandse kassen, of terrasverwarmers. Op zoek naar druivenrassen die weerbaar zijn tegen meeldauw – een schimmel die eruitziet als cocaïne en dol is op nat en koud weer – werden wilde Amerikaanse ‘resistente’ rassen gekruist met klassieke Europese ‘lekkere’ rassen. Inmiddels twintig jaar geleden, maakte de wereld kennis met regent, solaris en johanniter, om er een paar te noemen. Geen drug verdwijnt zonder bijwerkingen, leuke in dit geval. De nieuwe rassen worden twee tot drie weken eerder rijp, en daarmee is de grens waaronder wijnbouw mogelijk is verschoven tot boven de Nederlandse Waddeneilanden.
Maar nu het ecologische deel. Een wijnboer spuit tien tot twaalf keer per jaar tegen schimmels als meeldauw. De reguliere boer maakt zich nergens druk om, en verspreidt zonder blikken of blozen chemicaliën over de gaard. De biologische wijnboer maakt zich ergens druk om, maar spuit eveneens tien keer per jaar. Geen chemicaliën, maar zwavel en koper, noodzakelijk en dus toegestaan in de biologische wijnbouw. De nieuwe rassen maken spuiten tegen schimmels overbodig, en daarmee ecologische wijnbouw mogelijk. In Nederland in elk geval, in conservatief Frankrijk zijn de nieuwe rassen namelijk niet toegestaan.
Jan Oude Voshaar volgde wijnbouwcursussen in met name Duitsland, is als docent druiventeelt verbonden aan de Universiteit Wageningen en vinificeert en adviseert in opdracht. Tijdens de teelt gaat hij steeds een stapje verder. Zo gooide hij ook insecticide de deur uit. Jaarlijks trakteert hij de gaard op een mix van ruim dertig verschillende bloemen. De bloemenzee trekt insecten aan, precies de juiste om de schadelijke te verjagen. Als het meezit sluit hij zijn gastcollege net zo welig af, met ‘iets nats’ welteverstaan.
Die rode regent bijvoorbeeld, zou nog weleens een rol van betekenis kunnen spelen. Leuk tenslotte zo’n eerste les, een interessante spreker, en het lesmateriaal. Maar de dag staat met name in het teken van de eerste indruk. De kennismaking met medestudenten. En het vormen van proefclubs. De Wijnacademie heeft ons een handje geholpen, het studentnummer is verbonden aan je postcode. En die postcode bepaalt de indeling in groepen. B in mijn geval. Dat betekent dat mijn nieuwe wijnvriend of vriendin niet helemaal aan de andere kant van Nederland woont. We delen alvast een interesse, en met een beetje geluk delen we die op de Wageningse Berg rijkelijk.