In de Utrechtse achtertuin van mijn nichtje open ik een verlaat verjaardagscadeau. Een fles wijn verraadt zich snel, daar brengt geen inpakpapier ter wereld verandering in. Spannender wordt het wanneer de fles in volle glorie nog steeds maar weinig loslaat. In mijn handen een wijn uit een appellation die pas in 2009 officieel ontstond, de Bugey in het oosten van Frankrijk. Vlakbij de Jura en de Savoie.
De gulle gevers ontdekten de wijn van producent Sylvain Bois in en dankzij wijnwinkel Kwestie van Smaak. Wijn van de druif roussette – beter (on)bekend als altesse – uit de steile Alpen, fris met een flinke mineraliteit. Bois is een wijnmaker ‘van de nieuwe generatie’. Eentje die luistert naar moeder natuur, maar bovendien niet bang is voor technische snufjes én roestvrij staal.
Roestvrij staal of hout, gecombineerd kan ook. Tegenwoordig rijpt veel wijn in roestvrijstalen vaten, inoxy in het Frans, voluit acier inoxydable. Dat heeft, naast financiële, ook sexyer voordelen. Wijn op rvs blijft fris en behoudt haar primaire aroma’s, de aroma’s die afkomstig zijn van de druif. Het materiaal reageert niet met de wijn en de tanks maken temperatuurscontrole mogelijk. Wijn in stalen tanks komt echter minder in contact met het chapeau, de vaste deeltjes die naar boven borrelen door vrijkomend koolzuurgas. Tannines kunnen wat bitterder zijn en de wijn iets strammer. Houtrijping maakt tannine zachter en kan soepele wijn structuur geven. Hout kan voor verfijning en complexiteit zorgen.
Een kwestie van smaak, maar wélke smaak. Voor de speurneuzen onder ons, enkele handige aanwijzingen om Professor Wood – met of zonder loden pijp in de wijnkelder – te ontmaskeren. Houtrijping in wijn zorgt voor rijpere geuren, zoals nuances van vanille, boter, toast, karamel, sigarenkistjes. Witte wijn met hout is donkerder van kleur en kan vettig aanvoelen in de mond, rode wijn met hout is vaak juist lichter van kleur. Bij sommige druiven komt houtrijping bijna niet voor, riesling, pinot blanc, gewurztraminer en muscadet bijvoorbeeld. Bij andere druiven soms, zoals chardonnay, semillon en viognier. Sauvignon blanc met hout komt uit Californië of Bordeaux, zonder hout juist uit Nieuw-Zeeland of de Loire.
Nieuwe houten vaten hebben meer invloed op wijn dan oude. En hoe zwaarder de vaten aan de binnenzijde getoast zijn, hoe meer vanille-tonen en hoe minder tannine er wordt vrijgegeven. Amerikaans hout maakt wijn zwoel, Frans hout juist ingetogen en elegant. Van invloed is de duur van de rijping en de poriën van het hout, hoe kleiner hoe minder de oxidatie. Hout laat zelf geen zuurstof door, spleten, tussen de duigen bijvoorbeeld, wel.
Maar er is nog een derde speler in het veld. Licht poreus, waardoor de wijn iets kan ademen. Niet hermetisch afgesloten zoals rvs, en geen ongevraagde houtaroma’s. De Big Green Egg onder de vaten is er een van beton. Letterlijk. Wijn in de zogeheten cuve ovoïde verticale staat dankzij de eivorm niet stil, waardoor de gistcellen die in andere vaten naar de bodem zakken juist oplossen. Beton zorgt voor zachte, frisse en fruitige wijnen, met een boterig mondgevoel in het geval van wit. Het één sluit het ander overigens niet uit. Rijping op beiden, of mengen van hout- en betongerijpte wijn kan ook. Een kwestie van smaak.
De gulle gevers ontdekten de wijn van producent Sylvain Bois in en dankzij wijnwinkel Kwestie van Smaak. Wijn van de druif roussette – beter (on)bekend als altesse – uit de steile Alpen, fris met een flinke mineraliteit. Bois is een wijnmaker ‘van de nieuwe generatie’. Eentje die luistert naar moeder natuur, maar bovendien niet bang is voor technische snufjes én roestvrij staal.
Roestvrij staal of hout, gecombineerd kan ook. Tegenwoordig rijpt veel wijn in roestvrijstalen vaten, inoxy in het Frans, voluit acier inoxydable. Dat heeft, naast financiële, ook sexyer voordelen. Wijn op rvs blijft fris en behoudt haar primaire aroma’s, de aroma’s die afkomstig zijn van de druif. Het materiaal reageert niet met de wijn en de tanks maken temperatuurscontrole mogelijk. Wijn in stalen tanks komt echter minder in contact met het chapeau, de vaste deeltjes die naar boven borrelen door vrijkomend koolzuurgas. Tannines kunnen wat bitterder zijn en de wijn iets strammer. Houtrijping maakt tannine zachter en kan soepele wijn structuur geven. Hout kan voor verfijning en complexiteit zorgen.
Een kwestie van smaak, maar wélke smaak. Voor de speurneuzen onder ons, enkele handige aanwijzingen om Professor Wood – met of zonder loden pijp in de wijnkelder – te ontmaskeren. Houtrijping in wijn zorgt voor rijpere geuren, zoals nuances van vanille, boter, toast, karamel, sigarenkistjes. Witte wijn met hout is donkerder van kleur en kan vettig aanvoelen in de mond, rode wijn met hout is vaak juist lichter van kleur. Bij sommige druiven komt houtrijping bijna niet voor, riesling, pinot blanc, gewurztraminer en muscadet bijvoorbeeld. Bij andere druiven soms, zoals chardonnay, semillon en viognier. Sauvignon blanc met hout komt uit Californië of Bordeaux, zonder hout juist uit Nieuw-Zeeland of de Loire.
Nieuwe houten vaten hebben meer invloed op wijn dan oude. En hoe zwaarder de vaten aan de binnenzijde getoast zijn, hoe meer vanille-tonen en hoe minder tannine er wordt vrijgegeven. Amerikaans hout maakt wijn zwoel, Frans hout juist ingetogen en elegant. Van invloed is de duur van de rijping en de poriën van het hout, hoe kleiner hoe minder de oxidatie. Hout laat zelf geen zuurstof door, spleten, tussen de duigen bijvoorbeeld, wel.
Maar er is nog een derde speler in het veld. Licht poreus, waardoor de wijn iets kan ademen. Niet hermetisch afgesloten zoals rvs, en geen ongevraagde houtaroma’s. De Big Green Egg onder de vaten is er een van beton. Letterlijk. Wijn in de zogeheten cuve ovoïde verticale staat dankzij de eivorm niet stil, waardoor de gistcellen die in andere vaten naar de bodem zakken juist oplossen. Beton zorgt voor zachte, frisse en fruitige wijnen, met een boterig mondgevoel in het geval van wit. Het één sluit het ander overigens niet uit. Rijping op beiden, of mengen van hout- en betongerijpte wijn kan ook. Een kwestie van smaak.