Twee weken geleden maakte ik kennis met cabernet franc. De ontmoeting vond plaats in Chinon, een klein Frans plaatsje in Touraine, langs de rivier de Vienne. Geheel onverwachts, zoals dat wel vaker het geval is met bijzondere ontmoetingen.
In de Caves Painctes, een uitgestrekt ondergronds gangenstelsel binnen de oude stadsmuren van Chinon, bevonden zich de wijnkelders van de oude burgerij. Nog steeds strekken de kelders zich uit tot onder de fundamenten van de middeleeuwse vesting, gelegen op de top van de heuvel boven het stadje. Daar, in een gewelfde grot, op een bar klaar om gedronken te worden, stond hij.
Type ruwe bolster, blanke pit. Dat zag je meteen. Van buiten stoer en stevig, van binnen sappig, kruidig en, rijpere exemplaren, soepel en zijdezacht. Met zijn wereldberoemde opa cabernet sauvignon ligt de wereld aan zijn voeten. Als mengdruif in onder andere Bordeaux, Italië, Chili, Australië en de US. Solo in de Loire, waar hij geheel alleen de show steelt, meestal in rood, zo nu en dan als rosé. Terecht, want he’s got the looks. Met de kleur van aubergine, de geur van viooltjes, zwarte bes en een bospaadje na een fikse regenbui, de smaak van zwart fruit, frambozen, en soms wat koffie en chocola, is hij er één uit duizenden.
Zijn habitat, AOC Chinon, bestaat uit zo’n 200 boeren waarvan maar liefst een derde biologisch te werk gaat. Breton, zoals zijn bijnaam luidt, ‘deelt’ de appellation met partner in crime chenin blanc, zij mag een schamele 2% voor haar rekening nemen. De rest van het terroir, een bodem van tufsteen, zand en grind, de rivier de Vienne inclusief sporadische overstromingen en alle fijne mineralige gevolgen van dien, houdt hij naarstig voor zichzelf. Net als de boeren die zich – anders dan collega’s elders in het Franse land – niet aansluiten bij coöperatieven. Elke wijn een eigen verhaal.
Hij heeft een geurige groep trouwe vrienden. Zo is daar Saint Maure de Touraine, een staafvormig geitenkaasje dat met behulp van een strootje rogge in het midden door as gerold wordt. Zacht en romig, maar met een geur die menig omstander knock-out slaat. Dan is daar Karel de VII, een van de voormalig bewoners van het kasteel van Chinon, en vandaag de dag een aperitief gemaakt van cabernet franc. De geur van oude vochtige kerk met een vleugje kaneel, blijft je nog dagen bij. Last but not least, schrijver en humanist Francois Rabelais én al zijn honderden aanhangers van het broederschap Confrérie des Bons Entonneurs Rabelaisiens. Een groep die ieder jaar samenkomt in de vochtige naar alcohol geurende Caves Painctes, er wijn drinkt in enorme hoeveelheden, in enorme glazen.
En ik. Minder geurig, maar niet minder trouw. Bijzondere ontmoetingen blijven je bij. En nieuwe vriendschappen helemaal. Een beetje van hem nam ik mee naar huis. Om herinneringen terug te halen, verhalen te herbeleven en me nog eens in Chinon te wanen.
In de Caves Painctes, een uitgestrekt ondergronds gangenstelsel binnen de oude stadsmuren van Chinon, bevonden zich de wijnkelders van de oude burgerij. Nog steeds strekken de kelders zich uit tot onder de fundamenten van de middeleeuwse vesting, gelegen op de top van de heuvel boven het stadje. Daar, in een gewelfde grot, op een bar klaar om gedronken te worden, stond hij.
Type ruwe bolster, blanke pit. Dat zag je meteen. Van buiten stoer en stevig, van binnen sappig, kruidig en, rijpere exemplaren, soepel en zijdezacht. Met zijn wereldberoemde opa cabernet sauvignon ligt de wereld aan zijn voeten. Als mengdruif in onder andere Bordeaux, Italië, Chili, Australië en de US. Solo in de Loire, waar hij geheel alleen de show steelt, meestal in rood, zo nu en dan als rosé. Terecht, want he’s got the looks. Met de kleur van aubergine, de geur van viooltjes, zwarte bes en een bospaadje na een fikse regenbui, de smaak van zwart fruit, frambozen, en soms wat koffie en chocola, is hij er één uit duizenden.
Zijn habitat, AOC Chinon, bestaat uit zo’n 200 boeren waarvan maar liefst een derde biologisch te werk gaat. Breton, zoals zijn bijnaam luidt, ‘deelt’ de appellation met partner in crime chenin blanc, zij mag een schamele 2% voor haar rekening nemen. De rest van het terroir, een bodem van tufsteen, zand en grind, de rivier de Vienne inclusief sporadische overstromingen en alle fijne mineralige gevolgen van dien, houdt hij naarstig voor zichzelf. Net als de boeren die zich – anders dan collega’s elders in het Franse land – niet aansluiten bij coöperatieven. Elke wijn een eigen verhaal.
Hij heeft een geurige groep trouwe vrienden. Zo is daar Saint Maure de Touraine, een staafvormig geitenkaasje dat met behulp van een strootje rogge in het midden door as gerold wordt. Zacht en romig, maar met een geur die menig omstander knock-out slaat. Dan is daar Karel de VII, een van de voormalig bewoners van het kasteel van Chinon, en vandaag de dag een aperitief gemaakt van cabernet franc. De geur van oude vochtige kerk met een vleugje kaneel, blijft je nog dagen bij. Last but not least, schrijver en humanist Francois Rabelais én al zijn honderden aanhangers van het broederschap Confrérie des Bons Entonneurs Rabelaisiens. Een groep die ieder jaar samenkomt in de vochtige naar alcohol geurende Caves Painctes, er wijn drinkt in enorme hoeveelheden, in enorme glazen.
En ik. Minder geurig, maar niet minder trouw. Bijzondere ontmoetingen blijven je bij. En nieuwe vriendschappen helemaal. Een beetje van hem nam ik mee naar huis. Om herinneringen terug te halen, verhalen te herbeleven en me nog eens in Chinon te wanen.